Ethiek over landsgrenzen heen
Op het congres ‘Kan een robot eerlijk zijn?’ ging het gesprek over wereldwijde digitale bedrijven zoals Facebook, Google, Airbnb en WhatsApp. De vraag was waarom deze bedrijven een leger van dure juristen afstuurt op een nationale overheid als die een kritische vraag stelt. Het antwoord was verbluffend simpel! Deze bedrijven hebben geen ethiek. Hun ‘ethiek’ is geld verdienen. Misschien dat dit niet geldt voor de oprichters, maar wel voor hun managers. Zij verhandelen een briljant idee. Hun werkterrein is wereldwijd en daarmee achten zij zich niet meer verbonden met de waarden en cultuur van een land en haar inwoners. Financiële schade is het enige dat het bedrijfsbeleid beïnvloedt. Maar ook dan maakt een bedrijf als Facebook geen ethische afweging. Zij nemen onbegrijpelijke maatregelen zoals het verwijderen van een ‘naakt’ afgebeeld op een beroemd schilderij. Of plaatsen niet een door brand aangetast gezicht, dat geld vraagt voor een goed doel. Verantwoording geven deze bedrijven nooit. De beleidsbeslissers hullen zich in de anonimiteit. Groei daar gaat het om. Vandaar natuurlijk al die juristen! Deze mondialisering van macht over informatie maakt goed bestuur en integriteit lastig. Want hoe handhaaf je nationaal goed bestuur als niemand zich er iets van aantrekt of zich ermee verbonden voelt?
Op hetzelfde congres formuleerde een filosoof met behulp van Plato (2500 v.C.) een antwoord. Plato hechtte belang aan de vraag: Hoe kan het leven voor mij en de ander goed zijn en blijven. Een vraag die je terug brengt naar jezelf. Technologie is de logica van techniek. Techniek is slechts een middel. Denken stelt de diepere vraag naar het doel: Welke kwaliteit van samenleving willen wij? Genoemde bedrijven ontlopen die vraag. Zij bieden het middel, maar weigeren na te denken over de gevolgen en of het middel wel bijdraagt aan ons maatschappelijk geluk. Een voorbeeld: de ongebreidelde informatie op social media lijkt een goed middel, maar kan ook zeer schadelijk zijn voor gebruikers en samenleving.
Regelen
Onbeperkte vrijheid voor bedrijven veroorzaakt excessen. De overheid heeft de taak regels vast te stellen en bedrijven te verplichten bij te dragen aan een goede samenleving. Waarden en normen gelden ook voor mondiale informatiebastions. De wetgeving is echter niet aangepast aan de nieuwe situatie. Neem als voorbeeld bedrijven die landen uitspelen met dubieuze belastingconstructies en daarmee het gelijkheidsbeginsel uithollen. Het bedrijf betaalt 0,05% terwijl een middenstander 42%. De nieuwe werkelijkheid van onverantwoorde mondiale bedrijven stelt nieuwe vragen aan het handhaven van goed bestuur. Wat kan een overheid doen? Het eerste is scherp toe te zien dat deze bedrijven voldoen aan wetten en regels die ook voor burgers gelden. Het tweede is juridisch deze bedrijven in de verdediging drukken en niet meer het initiatief te laten. Het derde is om structureel binnen EU en VN verband onze gemeenschappelijke waarden te benadrukken en die in te zetten om (excessieve) bedrijfsbelangen binnen de ethische normen te houden. Als we de robot niet ethisch kunnen maken dan toch zeker wel de bedenkers en de handelaars.
Henk Bruning